GEMMO THERAPIE
Gemmo, ook wel " de geneeskunde van de knoppen" of "de baarmoeder van de planten" genoemd.
Het gebruik van boomknoppen dateert al van in de Middeleeuwen .
Oude farmacopees vermelden het gebruik van gedroogde knoppen van de populier. Men vervaardigde hiervan "Urgentum populeum", gekend als groene populierzalf.
Een andere knop die men veel gebruikte is die van de Den die zowel vers als gedroogd werd aangewend in talrijke hoestsiropen en kruiden remedies.
Embryonale cellen
Rond 1950 van vorige eeuw introduceerde Dr Niehaus het gebruik van verse dierlijke embryonale cellen.
Naar aanleiding van deze resultaten start Dr Henry, een Belgische arts, in de jaren '70 van vorige eeuw een studie over jonge knoppen en scheuten van plantaardige oorsprong. Hij noemt dit Phytoembryotherapie en onder deze noemer wordt hij dan ook grondlegger van wat wij nu de gemmotherapie noemen.
Uiteindelijk is het Dr Tetau die , naar aanleiding van de studie van Dr Henry, de term gemmotherapie voor het eerst gebruikt en er de definitie van creëert.
Hij is het die het wetenschappelijk onderzoek start en de gemmotherapie introduceert als een nieuwe tak binnen de fythotherapie.
Wat?
Onder gemmotherapie verstaan we het gebruik van plantaardige embryonale weefsels zoals jonge kiemen, verse toppen en wortelvezels.
Ze worden gemaakt in een mengsel van water, alcohol en glycerine. Hierdoor bekomen we een glycerine-maceraat.
Betekenis.
Het woord Gemmotherapie is afgeleid van het Latijnse woord "gemmae" wat knop betekent of halfedelsteen.
Het inkerven van vb. de Denneboom voor het winnen van hars komt van het Franse woord "le gemmage"
"Gemmula" - Kiembeginsel : de kiem die geboren wordt uit een graan (germe- ontkiemen) wat dan ook staat voor levenskracht.
Kennis
De jonge knoppen van de bomen en struiken bevatten alle kennis van de toekomst van de boom.
Deze embryonale weefsels zijn totipotent en bevinden zich in een fase van intensieve celdeling.
Ze bevatten meer genetische informatie dan alle andere weefsels en tevens vitaminen en mineralen, hormonen, enzymen en vooral het mineraalrijke sap in de lente.
Werking
Deze therapievorm werkt voornamelijk met het fyto-embryonale weefsel.
Dit weefsel is werkzaam op het vlak van regeneratie, het stimuleren en de drainage van de cellen.
Deze jonge weefsels bieden mogelijkheden die niet gekend zijn bij volwassen planten.
Deze glycerine-maceraten, afkomstig van boomknoppen, stimuleren de eliminatie, hebben drainagefunctie en bevorderen het ontgiften van het organisme.
Een wetenschappelijk onderzoek heeft aangeduid dat het maceraat van Linde (Tilia tomentosa) zowel rustgevende eigenschappen van de bloesem als de bloedzuiverende en diuretische eigenschappen van de spint bevat.